Knuffelfarms = dierenmishandeling. Bezoek geen knuffelfarms!

Wat is canned hunting?

Canned hunting en knuffelfarms
Canned hunting betekent vrij vertaald "ingeblikt jagen" en dat is ook wat het is. Een jager kan op een klein gebied een dier doodschieten en weet dus ook dat hij altijd prijs zal schieten.

Traditionele jagers zijn veelal tegen deze vorm van jagen omdat volgens hen jagen een 'sport' is. Het dier moet altijd de kans hebben te ontsnappen en de jager moet behendig zijn om het dier te kunnen vinden en doden. Dat is bij canned hunting niet het geval. De 'jager' weet vooraf waar het dier zich bevindt en het dier kan nooit ontsnappen.

Bekijk hier een interessant item van RTL nieuws over Canned Hunting. 

Waar vindt canned hunting plaats?
Canned hunting gebeurt op vele plaatsen in de wereld. Bijvoorbeeld in de Verenigde Staten en in Afrika. Vooral Zuid-Afrika is berucht vanwege deze vorm van jagen. Hier is de bejaagde over het algemeen de leeuw. Zuid-Afrika heeft de twijfelachtige eer het land te zijn met de meeste canned hunting-leeuwen binnen haar landsgrenzen. Vandaar dat we hieronder ingaan op de situatie van de canned hunting leeuw in Zuid-Afrika.

Canned hunting - speciaal gefokte dieren
Bij canned hunting worden dieren speciaal gefokt voor de jacht. Er zijn canned hunting neushoorns, cheetah's, luipaarden en vele andere dieren, maar in Zuid-Afrika vooral leeuwen. Leeuwinnen worden een soort van legbatterijen waarbij ze regelmatig welpjes voortbrengen. Deze welpen worden snel bij de moeder weggehaald waardoor de leeuwin weer snel krols wordt en dus weer bereid is te paren. Met als gevolg weer nieuwe welpjes. Jagers betalen meer geld voor een mannelijke leeuw waardoor het voorkomt dat vrouwelijke welpen na geboorte direct gedood worden.

Hoeveel canned hunting leeuwen zijn er in Zuid-Afrika?
De canned hunting-industrie is een ondoorzichtige industrie en cijfers zijn lastig verkrijgbaar. in de documentaire Blood Lions, die geheel gaat over deze industrie, stelde het verantwoordelijke Ministerie dat er op dat moment (2016) zo’n 8000 gefokte leeuwen leefden in Zuid-Afrika. Ter indicatie: in dit land leven naar schatting nog maar zo’n 2800 wilde leeuwen. Er zijn dus driemaal zoveel gefokte dan wilde leeuwen in Zuid-Afrika.

De commerciële waarde van canned hunting
Er zijn in Zuid-Afrika circa 160 plaatsen waar leeuwen gefokt worden voor de canned hunting-industrie. Cijfers van 2002-2011 geven aan dat er in Zuid-Afrika in deze periode 6.475 leeuwen zijn gedood. Dit is het 'legale' circuit, er is ook nog een illegaal circuit. Het is dus booming business. Gemiddeld wordt er zo’n $22.000,- betaald door een jager voor het doden van een mannelijke leeuw. Leeuwinnen brengen veel minder op: gemiddeld $5.000,-. Daarnaast komen er nog kosten voor de jager bij voor de exportvergunning en klaarmaken van de trofee (dit is onder andere preparatie van de kop van het dier zodat deze bijvoorbeeld aan de muur kan worden gehangen). Voorstanders van deze industrie stellen dan ook dat de inkomsten uit deze industrie belangrijk zijn voor werkgelegenheid en de economie van Zuid-Afrika. Tegenstanders vragen zich echter af of het geld simpelweg niet alleen iets oplevert voor de fokkers van de leeuwen.

Andere motieven voor canned hunting
Voorstanders van canned hunting stellen eveneens dat deze industrie bijdraagt aan natuurbescherming. Er is immers vraag naar het doodschieten van (mannelijke) leeuwen. Omdat de leeuw inmiddels sterk in aantallen achteruit gaat (naar schatting zijn er nog maar zo'n 20.000 wereldwijd), is het niet wenselijk dat jagers leeuwen in het wild doodschieten. Door de canned hunting-industrie zouden de in het wild levende leeuwen dan ook worden gespaard. Tegenstanders van de canned hunting-industrie stellen dat dit onzin is. Cijfers maken inzichtelijk dat de canned hunting industrie groeit maar dat tegelijkertijd ook het aantal wilde leeuwen daalt. Canned hunting draagt dus niet bij aan vermindering van druk op de wilde leeuw. Daarnaast stellen tegenstanders van canned hunting dat dit geen ethische manier van jagen en omgaan met de natuur is. Zij stellen eveneens dat het de fokkers niet gaat om natuurbescherming maar gewoon om ordinair geld verdienen. Bovendien, zo stellen tegenstanders, hebben de fokkers zo nu en dan "vers" bloed nodig. Er worden daarom regelmatig wilde leeuwen (illegaal) uit het wild onttrokken om zo nieuwe bloedlijnen binnen te halen. Volgens tegenstanders is de in het wild levende leeuw dus juist niet veilig door deze industrie.

Een nieuw zorgwekkend fenomeen is eveneens de toenemende vraag naar leeuwenbotten vanuit Azië. Grote delen van de bevolking hier denkt dat er helende krachten zitten in tijgerbotten. Omdat dit dier bijna uitgestorven is, moet er uitgeweken worden naar nieuwe oplossingen. Anatomisch gezien lijkt de leeuw op de tijger. vandaar dat er een opkomende vraag is naar leeuwenbotten. Sinds 2016 mag Zuid-Afrika legaal 800 skeletten van leeuwenbotten exporteren naar Azië. Zuid-Afrika is voornemens dit aantal verhogen naar ten minste 1500 skeletten. 

Meer over de bottenhandel kunt u via deze link lezen. 

Canned hunting in Zuid-Afrika - gewoon legaal!
De Zuid-Afrikaanse regering heeft lange tijd geprobeerd canned hunting van gefokte leeuwen aan banden te leggen. Er zijn diverse rechtszaken gevoerd tegen de fokkers maar in 2010 stelde het hoogste rechtsorgaan van Zuid-Afrika vast dat canned hunting gewoon mag. Dat komt door de bizarre situatie dat de gefokte leeuw gezien wordt als een ‘gefokt’ dier en dus niet als wild dier.
 
Om zaken nog erger te maken valt de gefokte leeuw onder het Ministerie van Landbouw. Dat Ministerie stelt dat ze zich niet bezig houdt met dierenwelzijn. Er zijn dus feitelijk geen regels voor gefokte leeuwen waardoor er vaak sprake is van ernstig dierenleed.

De rol van knuffelfarms bij canned hunting
Op veel plaatsen in Zuid-Afrika kun je als vrijwilliger of als toerist in zeer nabij contact komen met jonge dieren, vaak leeuwen. Je kunt bijvoorbeeld met ze op de foto en als vrijwilliger kun je leeuwenwelpen de fles geven en soms met ze wandelen. Dit noemen wij een "knuffelfarm". Bij een knuffelfarm zijn altijd jonge dieren aanwezig. Wat dus een fokbeleid impliceert omdat op die manier altijd een nieuwe aanwas van dieren is zodat toeristen/vrijwilligers altijd met een jong dier kunnen knuffelen.

Hoewel dit zeker niet altijd het geval zal zijn, is de rol van deze knuffelfarms vaak dubieus. Het gebeurt regelmatig dat een welpje door de fokker wordt 'verhuurd' aan farms of "natuurbeschermingsprojecten" waar toeristen met een welpje kunnen knuffelen en vrijwilligers de welpjes kunnen verzorgen. Dit in nauw contact staan met jonge dieren is een enorme trekpleister voor vele vrijwilligers/toeristen en het levert dan ook enorm veel geld op voor de fokker en het 'project'.

Als het leeuwenwelpje groter wordt, is hij niet meer zo geschikt voor knuffelen. Hij wordt gevaarlijker. Dat is vaak het moment waarop het dier wordt ingezet voor wandelsafari’s. Het directe contact met mensen is dan minder. Echter, ook hiervoor wordt de leeuw op een gegeven moment te onberekenbaar. Dat is het moment dat het dier terug gaat naar de fokker. Als hij groot genoeg is, zal hij uiteindelijk worden ingezet als prooi voor de jager. Dit zijn vaak de perfecte dieren voor canned hunting. Door hun gebrek aan angst voor mensen, zijn ze gemakkelijk benaderbaar en dus ook gemakkelijk te doden. Een duidelijk voorbeeld hiervan zie je in dit filmpje waarbij een leeuwin vanuit een auto met pijl en boog bejaagd wordt. Ze lijkt geen angst te hebben en zelfs te willen spelen. In alles lijkt het erop dat ze gewend is aan mensen en dus hoogstwaarschijnlijk ooit een knuffelleeuw is geweest.
 
Omdat leeuwen maar beperkt ‘inzetbaar’ zijn, moet er continue gefokt worden met deze dieren. Zodat men er zeker van is dat er altijd jonge (weerloze) welpen zijn voor toeristen of vrijwilligers. Daarom zijn er ook zoveel gefokte leeuwen in Zuid-Afrika; maar liefst 8000 (2016).

Uiteraard zijn er ook goede projecten waarbij het wel draait om natuurbescherming en de dieren niet geëxploiteerd worden. Maar het is altijd goed om als toerist of vrijwilliger alert te zijn op plaatsen waar je in nabij contact kunt komen met welpen. Zelfs als die welpen niet eindigen in de canned hunting-industrie, blijft het de vraag wat deze plaatsen nu bijdragen aan natuurbescherming. Een welpje dat gewend is geraakt aan mensen, kan zelden meer teruggeplaatst worden in het wild. Simpelweg omdat hij gewend is geraakt aan mensen en dus niet kan overleven. Daarnaast is er helemaal geen ruimte voor deze dieren. De wilde leeuw wordt alleen getolereerd in beschermde gebieden, daarbuiten worden deze dieren afgeschoten. In beschermde gebieden is helemaal geen plaats voor nieuwe, halftamme, leeuwen. Het is dus altijd de vraag waar de welpjes naar toe gaan als ze groot zijn geworden en dus niet langer dienst kunnen doen als knuffelobject. Vaak gaat het om niet meer dan ordinair geld verdienen omdat deze organisaties wel weten dat het zeer verleidelijk is om met welpjes op de foto te gaan, met ze te wandelen etc. 

Het feit dat er meer dan 8000 gefokte leeuwen zijn, geeft aan dat dit een enorme industrie is. Een leeuw wordt pas doodgeschoten op volwassen leeftijd, pakweg vanaf 5 jaar. Tot die tijd kost een leeuw dus alleen maar geld. Dit is alleen winstgevend voor de fokker als er ergens, tot die leeftijd van 5 jaar, geld wordt verdiend. En dat gebeurt dus in de vorm van knuffelfarms. Een toerist betaalt al snel EUR 5,- voor een fotomoment. Vrijwilligers betalen al snel EUR 600,- per week om als vrijwilliger op zo'n farm aan de slag te mogen. Een knuffelleeuw levert dus heel veel geld op, precies de redenen waarom er zoveel van worden gefokt.

Wees kritisch!
Het is belangrijk om als toerist of vrijwilliger alert te zijn op plaatsen waar je in dicht contact kunt komen met (jonge) dieren en waar ook altijd een aanwas van welpjes lijkt te zijn. Het is niet eens zo moeilijk om zo'n project te herkennen, klik hier voor typische kenmerken van een knuffelfarm. Het is beter een bezoek te brengen aan organisaties die bewezen goed (en wetenschappelijk) werk verrichten. Daarbij is het goed te beseffen dat echte natuurbeschermingsprojecten het contact tussen mens en een te vrij te laten dier, zoveel mogelijk beperken. Contact met mensen vermindert de overlevingskansen van roofdieren en draagt dus niets bij voor het dier in kwestie.

Kleine welpjes zijn altijd aandoenlijk en dus de verleiding groot om met ze te willen knuffelen. Maar het is goed te bedenken dat het lieve welpje op de foto, morgen zomaar (canned) hunting voer kan zijn. Het lot van deze leeuwen ligt mede in onze handen! Als wij dit soort plaatsen niet meer bezoeken, zullen er automatisch minder leeuwen gefokt worden.

Wat doet SPOTS?
Stichting SPOTS probeert de canned hunting industrie maar vooral ook knuffelfarms, op de kaart te zetten in Nederland. Wij zijn van mening dat heel veel toeristen en vrijwilligers ongewild deel kunnen uitmaken van deze industrie door een bezoek te brengen aan een knuffelfarm of verkeerd vrijwilligersproject. Via voorlichting proberen wij mensen hierop alert te maken. Ook proberen wij actief te lobbyen voor projecten die aantoonbaar iets betekenen voor natuurbescherming. Overweegt u aan de slag te gaan als vrijwilliger in Afrika? Kijk dan op onze website www.stichtingspots.nl bij "Vrijwilligerswerk".  

Als donateur van SPOTS ondersteunt u ons werk opdat wij in Nederland voorlichting kunnen geven over canned hunting en de rol van knuffelfarms.

Deel deze pagina